Home Welke pensioencontracten biedt Het Nederlandse Pensioenfonds (HNPF) aan?
Het Nederlandse Pensioenfonds (HNPF) gaat de twee nieuwe premieovereenkomsten aanbieden: de flexibele premieovereenkomst (FPR) en de solidaire premieovereenkomst (SPR). Bij zowel FPR als bij SPR staat de premie centraal. De arbeidsvoorwaardelijke afspraak over pensioen komt voortaan neer op het toekennen van een premie. De premie wordt leeftijdsonafhankelijk en vast.
Voor de huidige premieregelingen komt er als overgangsmaatregel de mogelijkheid om de bestaande staffel te blijven gebruiken voor zittende werknemers en de nieuwe vaste premie te gebruiken voor nieuwe werknemers vanaf 1 januari 2028. Bij FPR gaat het samengevat om een individuele premieovereenkomst, met een scheiding tussen de opbouw- en de uitkeringsfase, waarbij het aankopen van een vaste of variabele jaarlijkse uitkering op de pensioendatum mogelijk is. SPR is een collectieve regeling, waarbij de opbouw- en de uitkeringsfase zijn geïntegreerd en die leidt tot een variabele uitkering. Het kernverschil tussen FPR en SPR ligt in de mate van solidariteit. Bij FPR zijn naar keuze solidariteitselementen mogelijk, bij SPR is er altijd sprake van risicodeling door een zogeheten solidariteitsreserve.
Voor Het Nederlandse Pensioenfonds (HNPF) is het kunnen aanbieden van de solidariteitsreserve en de bijbehorende (intergenerationele) risicodeling van belang maar op grond van de huidige contouren van de wetgeving bij FPR nog niet mogelijk. De keuze tussen FPR dan wel SPR is een zaak van sociale partners. Bij die keuze spelen onder andere de gewenste mate van solidariteit, het al dan niet invaren en de kosten van de nieuwe pensioenovereenkomst een rol.
Kaders voor de nieuwe pensioencontracten In het nieuwe pensioenstelsel is er voor toekomstige pensioenopbouw alleen nog plaats voor premieovereenkomsten; uitkeringsovereenkomsten verdwijnen. De pensioenopbouw vindt plaats op basis van een toezeggende premie. Het uiteindelijk op te bouwen pensioen is daarnaast afhankelijk van risicohouding en rendement. De (leeftijdsonafhankelijke) premie: wordt maximaal 30% (daarnaast de risicopremies voor overlijden en arbeidsongeschiktheid en kosten) met in de overgangsperiode (tot 2038) ruimte voor een extra premie van 3% is te vergelijken met de ambitie van 75% middelloon wordt vastgesteld door sociale partners.
De (leeftijdsafhankelijke) risicohouding: wordt gebaseerd op een risicopreferentieonderzoek wordt vastgesteld door het bestuur van Het Nederlandse Pensioenfonds (HNPF) wordt vastgesteld op basis van input van sociale partners en in nauw overleg met het belanghebbendenorgaan van Het Nederlandse Pensioenfonds (HNPF) heeft als consequentie dat er periodiek en tenminste eens in de vijf jaar risicopreferentieonderzoek onder deelnemers plaatsvindt. De risicohouding is de basis voor het beleggingsbeleid en vul- en onttrekregels uit de eventuele solidariteitsreserve. Klik hier voor het overzicht van de belangrijkste kenmerken van FPR en SPR.